Vertaling van diploma

Inhoud:

Spaans
Nederlands
diploma [m] (el ~), certificado [m] (el ~) {zn.}
diploma [o]
brevet [o]
bul  [v]
akte [v]
Cada chico ha recibido su diploma.
Elke jongen heeft zijn diploma gekregen.
Obtendré mi diploma en dos años.
Ik krijg mijn diploma over twee jaar.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Cada chico ha recibido su diploma.

Elke jongen heeft zijn diploma gekregen.

Obtendré mi diploma en dos años.

Ik krijg mijn diploma over twee jaar.


Gerelateerd aan diploma

certificado