Vertaling van disputa
Inhoud:
Spaans
Nederlands
altercado, disputa, querella {zn.}
ruzie
heibel
herrie
heibel
herrie
él/ella disputa
hij/zij/het strijdt
» meer vervoegingen van strijden
disputar, reñir {ww.}
ruziën
ruzie maken
kijven
krakelen
kiften
ruzie maken
kijven
krakelen
kiften
él/ella disputa
hij/zij/het ruziet
» meer vervoegingen van ruziën
disputar, criticar, zaherir {ww.}
vitten
muggeziften
haarkloven
het lastig maken
bedillen
muggeziften
haarkloven
het lastig maken
bedillen
él/ella disputa
hij/zij/het vit
» meer vervoegingen van vitten