Vertaling van duda

Inhoud:

Spaans
Nederlands
duda [v] (la ~), vacilación [v] (la ~) {zn.}
geweifel
hapering [v]
weifeling [v]
aarzeling  [v]
duda [v] (la ~), vacilación [v] (la ~) {zn.}
weifeling [v]
schroom
aarzeling  [v]
dudar {ww.}
twijfelen
in dubio staan
dubben

él/ella duda

hij/zij/het twijfelt
» meer vervoegingen van twijfelen

Dudar de sí mismo es la primera señal de inteligencia.
Aan zichzelf twijfelen is het eerste teken van intelligentie.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Sin duda.

Ongetwijfeld.

No cabe duda de quién será electo.

Er bestaat geen twijfel over wie er gekozen zal worden.

No me cabe duda de que lo conseguirá.

Ik twijfel er niet aan dat het hem zal lukken.

No cabe duda de que el universo es infinito.

Er is geen twijfel aan dat het heelal oneindig is.


Gerelateerd aan duda

vacilación - dudar