Vertaling van embarcación

Inhoud:

Spaans
Nederlands
barco [m] (el ~), embarcación [v] (la ~), nave [m] (el ~) {zn.}
schip  [o]
boot  [m]
vaartuig
¡Barco a la vista!
Schip ahoi!
El barco se hunde.
Het schip zinkt!


Gerelateerd aan embarcación

barco - nave