Vertaling van en parte
Inhoud:
Spaans
Nederlands
en parte {bw.}
deels
ten dele
ten dele
partir, salir, arrancar {ww.}
vertrekken
starten
starten
él/ella parte
hij/zij/het vertrekt
» meer vervoegingen van vertrekken
¿Cuándo estarás listo para salir?
Wanneer ben je klaar om te vertrekken?
Permiso por favor, tengo que salir.
Neem mij niet kwalijk, ik moet vertrekken.
él/ella parte
hij/zij/het verdeelt
» meer vervoegingen van verdelen
él/ella parte
hij/zij/het gaat weg
» meer vervoegingen van weggaan