Vertaling van encontrado

Inhoud:

Spaans
Nederlands
encontrado {bn.}
gevonden
encontrar, encontrarse con, topar, dar con, chocar contra {ww.}
ontmoeten 
treffen 
tegenkomen
tegemoet treden
aantreffen 

yo he encontrado
has encontrado
él/ella ha encontrado

ik heb ontmoet
jij hebt ontmoet
hij/zij/het heeft ontmoet
» meer vervoegingen van ontmoeten

Ah, ¿cuándo se volverán a encontrar?
Ah, wanneer ontmoeten ze elkaar weer?
hallar, encontrar {ww.}
vinden 
aantreffen 
treffen 
bevinden 

yo he encontrado
has encontrado
él/ella ha encontrado

ik heb gevonden
jij hebt gevonden
hij/zij/het heeft gevonden
» meer vervoegingen van vinden

No consigo encontrar mi reloj.
Ik kan mijn horloge niet vinden.
No puedo encontrar mis guantes.
Ik kan mijn handschoenen niet vinden.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Todavía no he encontrado nada.

Ik heb nog steeds niets gevonden.

Él fue encontrado culpable de homicidio.

Hij werd schuldig bevonden aan moord.

¿Has encontrado tus lentes de contacto?

Hebt ge uw contactlenzen gevonden?

Todavía no he encontrado lo que busco.

Ik heb nog steeds niet gevonden wat ik zoek.

Recuerdo haberme encontrado con él en París.

Ik weet nog dat ik hem in Parijs ontmoet heb.

¿Te has encontrado con él recientemente?

Hebt ge hem onlangs nog ontmoet?

Se ha encontrado recientemente una extraña criatura marina.

Er werd onlangs een vreemd zeedier gevonden.

—¿Será posible...? —Dima se preguntó— ¿Habré encontrado por fin al Al-Sayib correcto?

"Zou het echt...?" vroeg Dima zich af. "Heb ik eindelijk de goede Al-Sayib te pakken?"


Gerelateerd aan encontrado

encontrar - encontrarse con - topar - dar con - chocar contra - hallar