Vertaling van escenario

Inhoud:

Spaans
Nederlands
escenario [m] (el ~) {zn.}
toneel [o]
schouwtoneel
Me puse nervioso sobre el escenario.
Ik werd zenuwachtig op het toneel.
¿Qué fue lo que John cantó en el escenario?
Wat heeft John op het toneel gezongen?


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Me puse nervioso sobre el escenario.

Ik werd zenuwachtig op het toneel.

Él está parado en el escenario.

Hij staat op het podium.

¿Alguna vez la has oído cantar en el escenario?

Heb je haar ooit horen zingen op het podium?

¿Qué fue lo que John cantó en el escenario?

Wat heeft John op het toneel gezongen?

¿Alguna vez la has oído cantar en el escenario?

Hebt ge haar al horen zingen op een podium?