Vertaling van estado

Inhoud:

Spaans
Nederlands
estado [m] (el ~), nómina [v] (la ~), lista [v] (la ~) {zn.}
staat 
lijst 
tabel
loonstaat
borderel [o]
Tu nombre está a la cabeza de la lista.
Jouw naam staat bovenaan de lijst.
¡Mi idioma no se encuentra en la lista!
Mijn taal staat niet op de lijst!
estado [m] (el ~) {zn.}
staat 
gesteldheid [v]
toestand 
stand
situatie [v]
constellatie [v]
Debería usted tener en cuenta su estado mental.
Je moet rekening houden met zijn geestelijke gesteldheid.
Cada estado tenía solo un voto.
Elke staat had slechts één stem.
estado [m] (el ~) {zn.}
staat 
rijk 
nación [v] (la ~), estado [m] (el ~), reino [m] (el ~) {zn.}
staat 
rijk 
Durante la era Stalinista, los prisioneros en los campos de concentración se convertían en esclavos en servicio de la nación.
In het Stalinistische tijdperk werden gevangenen in concentratiekampen slaven in dienst van de staat.
ser, estar {ww.}
zijn 
wezen

yo he estado
has estado
él/ella ha estado

ik ben geweest
jij bent geweest
hij/zij/het is geweest
» meer vervoegingen van zijn

Ella parece estar feliz.
Ze lijkt gelukkig te zijn.
Deben de estar esperándote.
Ze zijn vast op je aan het wachten.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

He estado esperando por horas.

Ik wacht al uren lang.

Ellos mencionaron haber estado allí.

Ze vermeldden dat ze daar geweest zijn.

Ya ha estado en Berlín.

Je bent al naar Berlijn geweest.

La agua ha estado tratada.

Het water werd gezuiverd.

Nunca he estado en Inglaterra.

Ik ben nog nooit in Engeland geweest.

Ya ha estado en Berlín.

Je bent al naar Berlijn geweest.

Nunca he estado tan cansado.

Ik ben nog nooit zo moe geweest.

Ha estado nevando toda la noche.

Het heeft de hele nacht gesneeuwd.

Cada estado tenía solo un voto.

Elke staat had slechts één stem.

¿Has estado alguna vez en París?

Ben je al eens in Parijs geweest?

¿Has estado alguna vez en el extranjero?

Ben je ooit in het buitenland geweest?

He estado en Londres dos veces.

Ik ben tweemaal in Londen geweest.

Nunca he estado en el extranjero.

Ik ben nooit in het buitenland geweest.

Nunca he estado en el extranjero.

Ik ben nooit in het buitenland geweest.

Me alegro de haber estado ahí.

Ik ben blij dat ik er was.


Gerelateerd aan estado

nómina - lista - nación - reino - ser - estar