Vertaling van estado
yo he estado
tú has estado
él/ella ha estado
ik ben geweest
jij bent geweest
hij/zij/het is geweest
» meer vervoegingen van zijn
Voorbeelden in zinsverband
He estado esperando por horas.
Ik wacht al uren lang.
Ellos mencionaron haber estado allí.
Ze vermeldden dat ze daar geweest zijn.
Ya ha estado en Berlín.
Je bent al naar Berlijn geweest.
La agua ha estado tratada.
Het water werd gezuiverd.
Nunca he estado en Inglaterra.
Ik ben nog nooit in Engeland geweest.
Ya ha estado en Berlín.
Je bent al naar Berlijn geweest.
Nunca he estado tan cansado.
Ik ben nog nooit zo moe geweest.
Ha estado nevando toda la noche.
Het heeft de hele nacht gesneeuwd.
Cada estado tenía solo un voto.
Elke staat had slechts één stem.
¿Has estado alguna vez en París?
Ben je al eens in Parijs geweest?
¿Has estado alguna vez en el extranjero?
Ben je ooit in het buitenland geweest?
He estado en Londres dos veces.
Ik ben tweemaal in Londen geweest.
Nunca he estado en el extranjero.
Ik ben nooit in het buitenland geweest.
Nunca he estado en el extranjero.
Ik ben nooit in het buitenland geweest.
Me alegro de haber estado ahí.
Ik ben blij dat ik er was.