Vertaling van familiar

Inhoud:

Spaans
Nederlands
familiar {bn.}
eenvoudig
gemeenzaam
gemoedelijk
zonder plichtplegingen
familiar {bn.}
familiaar
gemeenzaam
vertrouwd
vertrouwelijk
deudo [m] (el ~), familiar, pariente {zn.}
bloedverwant [m]
verwant  [m]
familielid [o]


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Después de escuchar una canción en árabe durante diez segundos, finalmente Dima oyó una voz familiar decir "¡as-salamu alaykum!".

Nadat hij tien seconden lang naar een Arabisch liedje had geluisterd, hoorde Dima eindelijk een bekende stem zeggen: "As-salamoe aleikoem!"

Después de escuchar una canción en árabe durante veinte segundos esta vez (ya que si la hubiera escuchado durante diez segundos ésta sería una oración duplicada), finalmente Dima oyó una voz familiar decir "¡as-salamu alaykum!".

Nadat hij ditmaal twintig seconden lang naar een Arabisch liedje had geluisterd - want als hij tien seconden lang had geluisterd, zou dit een dubbele zin zijn - hoorde Dima eindelijk een bekende stem zeggen: "As-salamoe aleikoem!"


Gerelateerd aan familiar

deudo - pariente