Vertaling van fiebre

Inhoud:

Spaans
Nederlands
fiebre [v] (la ~) {zn.}
koorts  [v]
Tom no tiene fiebre.
Tom heeft geen koorts.
No tienes fiebre.
Je hebt geen koorts.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Tom no tiene fiebre.

Tom heeft geen koorts.

¿Todavía tiene fiebre?

Heeft hij nog altijd koorts?

No tienes fiebre.

Je hebt geen koorts.

Tú no tienes fiebre.

Je hebt geen koorts.

No tienes fiebre.

Je hebt geen koorts.

Tom está en la cama con fiebre.

Tom ligt in bed met koorts.

Ella está en cama con fiebre.

Ze ligt in bed met koorts.

Tienes un poco de fiebre hoy, ¿o no?

Je hebt een klein beetje koorts vandaag, is het niet?