Vertaling van fija
Inhoud:
Spaans
Nederlands
barra , fija {zn.}
rekstok
rek
rek
él/ella fija
hij/zij/het stelt vast
» meer vervoegingen van vaststellen
fijar, pegar {ww.}
vastplakken
él/ella fija
hij/zij/het plakt vast
» meer vervoegingen van vastplakken