Vertaling van gafas

Inhoud:

Spaans
Nederlands
gafas [v], anteojos, lentes [m] (el ~) {eigenn.}
bril  [m]


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

El chico lleva gafas.

Het jongetje draagt een bril.

Él necesita gafas.

Hij heeft een bril nodig.

Siempre lleva gafas oscuras.

Hij draagt altijd een donkere bril.

¿Dónde están mis gafas?

Waar is mijn bril?

Él lleva gafas de sol.

Hij draagt een zonnebril.

Ella lleva gafas de sol.

Ze draagt een zonnebril.

Estas gafas no me quedan bien. Son demasiado grandes.

Deze brillen passen me niet goed, ze zijn te groot.


Gerelateerd aan gafas

anteojos - lentes