Vertaling van hambre
Voorbeelden in zinsverband
Tenemos hambre.
We hebben honger.
¡Me muero de hambre!
Ik ga dood van de honger!
Ya tengo hambre.
Ik heb honger.
¡Me muero de hambre!
Ik heb ontzettende honger.
Supongo que tienes hambre.
Ik neem aan dat je honger hebt.
¿Usted tiene hambre?
Heeft u honger?
Siempre tengo hambre.
Ik heb altijd honger.
Tenía mucha hambre.
Ik had veel honger.
Si tienes hambre, come algo.
Neem iets te eten als je honger hebt.
Tengo un poco de hambre.
Ik heb een beetje honger.
Tengo hambre
Ik heb honger
Ella me susurró que tenía hambre.
Ze fluisterde me toe dat ze honger had.
Tengo hambre porque no he desayunado.
Ik heb honger omdat ik geen ontbijt heb gehad.
No hay mejor maestra que el hambre.
De wens is de vader van de gedachte.
Cuando tienes hambre, todo sabe bueno.
Als je honger hebt, smaakt alles goed.