Vertaling van hogar
Inhoud:
Spaans
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Spaans
Nederlands
Bienvenido a nuestro hogar.
Welkom bij ons.
Mi hogar es mi castillo.
Mijn thuis is mijn kasteel.
Ese es el hogar donde él vive.
Dat is het huis waar hij woont.
No hay nada como el hogar.
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
Como el hogar, lugar no hay.
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
No vivimos en países, vivimos en nuestros idiomas. Ése es tu hogar, ése y ningún otro.
We leven niet in landen, we leven in onze talen. Dat is jouw thuis, daar en nergens anders.
Los perros no pueden hablar, pero es como si los ojos del cachorro dijeran "no, no tengo hogar".
Honden kunnen niet praten, maar het leek alsof de ogen van het hondje zeiden: "Nee, ik heb geen thuis."