Vertaling van humor

Inhoud:

Spaans
Nederlands
humor [m] (el ~), temple [m] (el ~) {zn.}
humeur
humor 
gemoedsgesteldheid [v]
Hoy estoy de mal humor.
Ik heb vandaag een slecht humeur.
humor [m] (el ~) {zn.}
humor 


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Él está de mal humor.

Hij is gehumeurd.

Hoy estoy de mal humor.

Ik heb vandaag een slecht humeur.

Él está de mal humor.

Hij is gehumeurd.

Ella estaba de mal humor.

Ze was slecht gehumeurd.

Él casi nunca está de buen humor.

Hij is zelden goed gehumeurd.

No sé por qué estoy de mal humor esta mañana.

Ik weet niet waarom ik zo slecht gehumeurd ben deze morgen.


Gerelateerd aan humor

temple