Vertaling van ira
Inhoud:
Spaans
Nederlands
cólera , enojo , ira {zn.}
kwaadheid
toorn
gramschap
verstoordheid
boosheid
toorn
gramschap
verstoordheid
boosheid
él/ella irá
hij/zij/het zal gaan
» meer vervoegingen van gaan
Me debería ir.
Ik moet gaan.
La dejó ir.
Ze liet haar gaan.
él/ella irá
hij/zij/het zal gaan
» meer vervoegingen van gaan
¿Debo ir ahora?
Moet ik nu gaan?
¿Tengo que ir enseguida?
Moet ik onmiddellijk gaan?