Vertaling van jabón

Inhoud:

Spaans
Nederlands
jabón [m] (el ~) {zn.}
zeep  [v]
Lávate las manos con jabón.
Was je handen met zeep.
El jabón ayuda a eliminar la suciedad.
Zeep helpt het vuil te verwijderen.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Lávate las manos con jabón.

Was je handen met zeep.

El jabón ayuda a eliminar la suciedad.

Zeep helpt het vuil te verwijderen.

Siempre me lavo la cara con agua y jabón.

Ik was altijd mijn gezicht met water en zeep.