Vertaling van llover

Inhoud:

Spaans
Nederlands
llover {ww.}
regenen 
Comenzó a llover.
Het begon te regenen.
Va a llover.
Het gaat regenen.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Va a llover seguramente.

Het zal zonder twijfel gaan regenen.

¿Cuándo empezó a llover?

Wanneer begon het te regenen?

Ojalá parase de llover.

Ik wou dat het ophield met regenen.

Vuelve a llover.

Het is weer aan het regenen.

Comenzó a llover.

Het begon te regenen.

Hoy día podría llover.

Het regent misschien vandaag.

Va a llover.

Het gaat regenen.

Comenzó a llover.

Het begon te regenen.

Esta tarde va a llover.

Het zal regenen vanmiddag.

Pronto empezó a llover mucho.

Het begon al snel zeer hard te regenen.

Está a punto de llover.

Het gaat regenen.

Para peor, comenzó a llover.

Om het allemaal nog wat erger te maken begon het ook nog eens te regenen.

Se puso a llover a cántaros.

Het begon te gieten.

De repente se puso a llover.

Opeens begon het te regenen.

Me temo que va a llover.

Ik ben bang dat het gaat regenen.