Vertaling van lotería

Inhoud:

Spaans
Nederlands
lotería [v] (la ~) {zn.}
loterij [v]
verloting [v]
El suertudo se acaba de ganar la lotería.
Die bofkont heeft net de loterij gewonnen.
Si ganaran la lotería, ¿qué comprarían con ese dinero?
Als jullie de loterij zouden winnen, wat zouden jullie dan kopen voor dat geld?


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Me gané la lotería.

Ik won de lotto.

El suertudo se acaba de ganar la lotería.

Die bofkont heeft net de loterij gewonnen.

Si ganaran la lotería, ¿qué comprarían con ese dinero?

Als jullie de loterij zouden winnen, wat zouden jullie dan kopen voor dat geld?

Encontrar un marido adecuado es más difícil que ganar la lotería.

Een geschikte man vinden is moeilijker dan de lotto winnen.