Vertaling van luz
Voorbeelden in zinsverband
Puedo ver la luz.
Ik kan het licht zien.
Veo una luz.
Ik zie een licht.
Ella encendió la luz.
Zij heeft het licht aangedaan.
¿Puedes apagar la luz?
Kan je het licht uitdoen?
La luz se apagó sola.
Het licht ging vanzelf uit.
Desenchufa la televisión y apaga la luz.
Trek de stekker van de televisie eruit en doe het licht uit.
No te duermas con la luz encendida.
Slaap niet met het licht aan.
No hay suficiente luz para tomar fotos.
Het is niet licht genoeg om foto's te nemen.
¿Quieres que deje la luz encendida?
Moet ik het licht aanlaten?
Enciende la luz. No veo nada.
Doe het licht aan. Ik zie niks.
Una luz roja brillaba en la oscuridad.
Een rood licht scheen in het duister.
Apaga la luz cuando salgas de la pieza, por favor.
Doe alsjeblieft het licht uit als je de kamer uitgaat.
Apaga la luz. No me puedo quedar dormido.
Doe het licht uit. Ik kan niet in slaap komen.
Vimos una tenue luz al otro lado del río.
We zagen een flauw licht voorbij de rivier.
Ella recibió la cuenta de la luz hoy.
Ze kreeg vandaag de elektriciteitsrekening.