Vertaling van madera
Inhoud:
Spaans
Nederlands
madera {zn.}
hout
La madera arde.
Hout brandt.
Las termitas comen madera.
Termieten eten hout.
Voorbeelden in zinsverband
Spaans
Nederlands
Las termitas comen madera.
Termieten eten hout.
La madera arde.
Hout brandt.
Hice un escritorio de madera.
Ik maakte een bureau van hout.