Vertaling van madre
Voorbeelden in zinsverband
Mi madre habla despacio.
Mijn moeder spreekt langzaam.
La madre estaba exhausta.
De moeder was uitgeblust.
Madre eligió esta cortina.
Mama heeft dit gordijn gekozen.
Alice es mi madre.
Alice is mijn moeder.
Mi madre no puede venir.
Mijn moeder kan niet komen.
"¿Quién es?" "Es tu madre."
"Wie is het?" "Het is je moeder."
Mi madre tiene buena letra.
Mijn moeder heeft een mooi handschrift.
Deberíais escuchar a vuestra madre.
Je zou naar je moeder moeten luisteren.
Su madre no quiso hacerlo.
Zijn moeder wilde het niet doen.
Me recuerdas a tu madre.
U doet me denken aan uw moeder.
Me recuerdas a mi madre.
Je doet me denken aan mijn moeder.
Mi madre cocinó diez huevos.
Mijn moeder heeft tien eieren gekookt.
Mi madre no lo mencionó.
Mijn moeder repte er niet over.
Mi madre tiene cuatro hermanos.
Mijn moeder heeft vier broers.
Betty mató a su madre.
Betty heeft zijn moeder vermoord.