Vertaling van menudo
Voorbeelden in zinsverband
A menudo almorzamos juntos.
We lunchen vaak samen.
A menudo tengo pesadillas.
Ik heb vaak nare dromen.
Viajo a menudo.
Ik reis vaak.
Él se enamora a menudo.
Hij wordt vaak verliefd.
A menudo te oímos cantar.
We horen je vaak zingen.
A menudo jugamos al ajedrez.
Wij spelen dikwijls schaak.
¿Vas a comprar a menudo?
Ga je vaak winkelen?
Los italianos a menudo toman café.
Italianen drinken vaak koffie.
Él a menudo llega tarde al colegio.
Hij komt vaak laat op school.
A menudo llega tarde al colegio.
Hij komt vaak laat op school.
A menudo recibo cartas de él.
Ik ontvang vaak brieven van hem.
Los niños a menudo me piden dinero.
Kinderen vragen mij vaak om geld.
La gente de tu edad a menudo tiene este problema.
Mensen van je leeftijd hebben vaak dit probleem.
A menudo asociamos el negro con la muerte.
We associëren zwart vaak met de dood.
Ella a menudo llega tarde al colegio los lunes.
Ze is vaak te laat op school op maandag.