Vertaling van momento
Voorbeelden in zinsverband
Un momento...
Een ogenblikje...
¿Puedo molestarle un momento?
Mag ik je een moment storen?
Piensa por un momento.
Denk even na.
En este momento estoy cocinando.
Ik ben aan het koken.
¿Estás ocupado en este momento?
Heb je het druk op het moment?
Un terremoto puede ocurrir en cualquier momento.
Een aardbeving kan elk moment gebeuren.
Por el momento estoy en el campus.
Ik ben op dit moment op de campus.
En aquel momento, yo seguía despierto.
Op dat moment was ik nog wakker.
En ese momento estaba viendo la tele.
Ik keek toen tv.
No tengo suficiente dinero por el momento.
Ik heb niet genoeg geld voor het ogenblik.
¿Estabas en la escuela en ese momento?
Was je toen op school?
Los terremotos pueden ocurrir en cualquier momento.
Aardbevingen kunnen zich op elk moment voordoen.
¡Un momento por favor?
Een ogenblik alsjeblieft!
Espero que podamos vernos en algún momento otra vez.
Ik hoop dat we elkaar eens zullen terugzien.
Yo la reconocí en el momento en que la vi.
Ik heb haar herkend van zodra ik haar zag.