Vertaling van nada
Inhoud:
Spaans
Nederlands
nada, ninguna cantidad {bw.}
geen zier
niemendal
niets
niks
niemendal
niets
niks
él/ella nada
hij/zij/het zwemt
» meer vervoegingen van zwemmen
Sé nadar.
Ik kan zwemmen.
Es peligroso bañarse en este río.
Het is gevaarlijk om te baden in deze rivier.
Voorbeelden in zinsverband
Spaans
Nederlands
Ayer no estudié nada.
Ik heb helemaal niet gestudeerd gisteren.
No tengo nada.
Ik heb niets.
No podía ver nada.
Ik kon niet alles zien.
Todo fue para nada.
Het is allemaal voor niets geweest.
No dijo nada.
Hij zei niets.
"Gracias." "De nada."
"Bedankt." "Graag gedaan."
No estoy nada convencido.
Ik ben helemaal niet overtuigd.
No falta nada.
Er ontbreekt niets.
Aquí no hay nada.
Er is hier niets.
No es nada grave.
Het is niets ernstig.
Nada estorbará su estudio.
Niets zal haar studie hinderen.
Yo no vi nada.
Ik heb niets gezien.
Es todo o nada.
Het is alles of niets.
No dan nada.
Zij geven niets.
No dijo nada.
Ze heeft niets gezegd.