Vertaling van naranja

Inhoud:

Spaans
Nederlands
naranja [v] (la ~) {zn.}
sinaasappel  [m]
oranjeappel
appelsien
El planeta tiene una forma parecida a la de una naranja.
De aardbol heeft dezelfde vorm als een sinaasappel.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Quisiera un zumo de naranja.

Ik zou graag sinaasappelsap willen hebben.

Sí, jugo de naranja, por favor.

Ja, sinaasappelsap, alstublieft.

El planeta tiene una forma parecida a la de una naranja.

De aardbol heeft dezelfde vorm als een sinaasappel.

Hice mi bufanda naranja y bata blanca muy brillante para que todos los vieran de lejos.

Ik heb mijn oranje sjaal en witte schort zeer helder gemaakt, zodat het mensen gelijk zou opvallen.