Vertaling van naturaleza

Inhoud:

Spaans
Nederlands
naturaleza [v] (la ~), índole [v] (la ~) {zn.}
natuur [v]
aard  [m]
wezen [o]
karakter [o]
geaardheid [v]
Amo la naturaleza.
Ik hou van de natuur.
Tenemos que aprender a vivir en armonía con la naturaleza.
We moeten leren in harmonie leven met de natuur.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Amo la naturaleza.

Ik hou van de natuur.

Helen es optimista por naturaleza.

Helen is van nature een optimist.

El amor es ciego por naturaleza.

Liefde is van nature blind.

Tenemos que aprender a vivir en armonía con la naturaleza.

We moeten leren in harmonie leven met de natuur.

Podrías al menos tratar de ser más cortés, aunque no sea tu naturaleza.

Het ligt misschien niet in je aard, maar je zou tenminste een beetje beleefd kunnen zijn.

Siempre pensé que el tener un ataque cardiaco era la manera de la naturaleza de decirte que mueras.

Ik dacht altijd dat een hartaanvaal de manier was waarop de natuur je vertelt dat je moet sterven.


Gerelateerd aan naturaleza

índole