Vertaling van o

Inhoud:

Spaans
Nederlands
o, u {vw.}
of 


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

¿Quiere café o té?

Wilt ge koffie of thee?

¿Es dulce o amargo?

Is het zoet of zuur?

¿Tú o yo?

Jij of ik?

Es todo o nada.

Het is alles of niets.

¿Café o té?

Koffie of thee?

¿Sí o no?

Ja of neen?

¿Puedes teclear, o no?

Jij kan toch typen?

¿Ventana o pasillo?

Raamplaats of gangplaats?

¿Vienes o no?

Kom je of niet?

¿Eres alemán, o no?

Jullie zijn Duitsers, toch?

¿Tomas té o café?

Drink je thee of koffie?

Es ahora o nunca.

Nu of nooit!

¿Verdadero o falso?

Waar of niet waar?

Alto o disparo.

Halt, of ik schiet.

¿Es usted chino o japonés?

Ben je Chinees of Japans?


Gerelateerd aan o

u