Vertaling van ocupado
bezig
in gesprek
volhandig
yo he ocupado
tú has ocupado
él/ella ha ocupado
ik heb beslagen
jij hebt beslagen
hij/zij/het heeft beslagen
» meer vervoegingen van beslaan
Voorbeelden in zinsverband
Está ocupado.
Het is bezet.
¿Siempre estás ocupado?
Heb je het altijd druk?
Siempre está ocupado.
Hij is altijd bezig.
Mi padre está ocupado.
Mijn vader is bezig.
¿Estás ocupado en este momento?
Heb je het druk op het moment?
Disculpe, ¿ese asiento está ocupado?
Pardon, is die plaats bezet?
Mi padre siempre está ocupado.
Mijn vader is altijd bezig.
Mi padre está ocupado escribiendo cartas.
Vader is bezig brieven te schrijven.
¿Vas a estar ocupado mañana a la tarde?
Zijt ge bezet morgennamiddag?
El perro estaba ocupado enterrando su hueso en el jardín.
De hond was bezig met het begraven van zijn bot in de tuin.