Vertaling van odio
Inhoud:
Spaans
Nederlands
odio {zn.}
haat
¡Te odio!
Ik haat je!
¡Odio levantarme temprano!
Ik haat vroeg opstaan.
odiar {ww.}
haten
yo odio
él/ella odió
ik haat
hij/zij/het haatte
» meer vervoegingen van haten
Voorbeelden in zinsverband
Spaans
Nederlands
¡Te odio!
Ik haat je!
¡Odio levantarme temprano!
Ik haat vroeg opstaan.
Odio la política.
Ik haat politiek
Odio los lunes.
Ik heb een hekel aan maandagen.
Odio los huevos.
Ik heb niet graag eieren.
Todavía te odio.
Ik haat je nog steeds.
Odio a mis vecinos.
Ik haat mijn buren.
Odio cuando hay mucha gente.
Ik haat het als er veel mensen zijn.
No odio a las mujeres, pero si fuera el caso, haría una excepción contigo.
Ik ben geen vrouwenhater; en als ik het was, zou ik voor jou een uitzondering maken.