Vertaling van ofrecimiento

Inhoud:

Spaans
Nederlands
aferta, ofrecimiento [m] (el ~) {zn.}
offer 
opoffering [v]
oferta [v] (la ~), ofrecimiento [m] (el ~), presentación [v] (la ~) {zn.}
aanbieding  [v]
oferta [v] (la ~), ofrecimiento [m] (el ~), presentación [v] (la ~) {zn.}
optreden 
voorstelling  [v]
presentatie  [v]
uitvoering  [v]
aanbieding  [v]
oferta [v] (la ~), ofrecimiento [m] (el ~), proposición [v] (la ~) {zn.}
aanbod  [o]
voorstel
voorslag
bod [o]
aanbieding  [v]
Ella rechazó mi oferta.
Ze heeft mijn aanbod afgeslagen.
De acuerdo. Acepto tu oferta.
Goed. Ik aanvaard je aanbod.


Gerelateerd aan ofrecimiento

aferta - oferta - presentación - proposición