Vertaling van otra vez

Inhoud:

Spaans
Nederlands
de nuevo, otra vez {bw.}
nogmaals 
van voren af aan
weder
wederom
weer 
alweer 


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Gracias otra vez por salvarme, otra vez.

Nogmaals bedankt dat je me opnieuw gered heeft.

Intenta otra vez.

Probeer opnieuw.

Léalo otra vez.

Lees het nog een keer.

Inténtalo otra vez.

Probeer het nog eens.

Intentemos otra vez.

Laten we het nog eens proberen.

Nunca nos enamoraremos otra vez.

We zullen nooit opnieuw verliefd worden.

No quiero hacerlo otra vez.

Ik wil het niet nog eens doen.

Intenté una y otra vez.

Ik heb keer op keer geprobeerd.

Desearía ser joven otra vez.

Ik zou willen opnieuw jong zijn.

Él quiere vernos otra vez.

Hij wil ons weerzien.

Ella cometió otra vez el mismo error.

Ze maakte weer dezelfde fout.

Él ganó la carrera otra vez.

Hij won de race opnieuw.

Él jamás visitará la ciudad otra vez.

Hij gaat de stad nooit meer bezoeken.

No llegues tarde a clase otra vez.

Kom niet weer te laat op school.

Espero que podamos vernos en algún momento otra vez.

Ik hoop dat we elkaar eens zullen terugzien.


Gerelateerd aan otra vez

de nuevo