Vertaling van panadería

Inhoud:

Spaans
Nederlands
panadería [v] (la ~) {zn.}
bakkerij [v]
Disculpe. ¿Dónde está la panadería?
Excuseer. Waar is de bakkerij?
La panadería está a la vuelta de la esquina.
De bakkerij is om de hoek.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Disculpe. ¿Dónde está la panadería?

Excuseer. Waar is de bakkerij?

La chica que trabaja en la panadería es guapa.

Het meisje dat in de bakkerij werkt is knap.

La niña que trabaja en la panadería es linda.

Het meisje dat in de bakkerij werkt, is lief.

La panadería está a la vuelta de la esquina.

De bakkerij is om de hoek.

Yo compré una barra de pan en la panadería.

Ik heb een brood gekocht bij de bakker.