Vertaling van parada

Inhoud:

Spaans
Nederlands
parada [v] (la ~) {zn.}
pleisterplaats [v]
stopplaats [v]
halte [v]


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Bajaré en la próxima parada.

Ik stap uit in het volgende station.

Ésa es la parada de autobús.

Dat is de bushalte.

¿Dónde está la parada del autobús?

Waar is de bushalte?

¿Quién es aquella mujer parada por allí?

Wie is die vrouw die daar staat?

¿Dónde está la parada del autobús?

Waar is de bushalte?

Enséñame cómo llegar a la parada de autobús.

Laat me de weg naar de bushalte zien.

¿Me puede indicar el camino a la parada de buses?

Kun je me de weg naar de bushalte tonen?

Me encontré con Mihaela en la parada del metro.

Ik heb Mihaela ontmoet op het metrostation.

¿Conoces a la niña que está parada junto a la ventana?

Ken je het meisje dat aan het raam staat?

La gente estuvo parada en filas por horas para la sesión de autógrafos del la popular banda pop.

Mensen stonden urenlang in de rij voor de signeersessie van de populaire popgroep.

Cuando abrí otra vez mis ojos, de la nada había una señora desconocida parada en frente mío.

Toen ik mijn ogen weer open deed, stond er ineens een onbekende dame voor mijn neus.