Vertaling van pastel

Inhoud:

Spaans
Nederlands
pastel [m] (el ~), empanada [m] (el ~) {zn.}
pastei
pastel [m] (el ~) {zn.}
taartje [o]
gebak  [o]
pastel [m] (el ~) {zn.}
pastel
tekenkrijt
kleurkrijt
hornada, pastel [m] (el ~) {zn.}
gebak  [o]
baksel  [o]


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Tu pastel está delicioso.

Je taart is heerlijk.

Corta el pastel con un cuchillo.

Snij de cake met een mes.

¿Quieres un poco más de pastel?

Wil je nog wat taart?

Mi madre nos suele preparar pastel de manzana.

Mijn moeder bakt ons vaak appeltaarten.

No fuiste tú quien se comió el pastel que hice, fue tu hermana.

Jij was het niet die de cake hebt gegeten die ik heb gemaakt, het was je zus.

Es inútil que busques el pastel, porque ya me lo comí.

Het heeft geen zin naar de cake te zoeken: ik heb hem al opgegeten.


Gerelateerd aan pastel

empanada - hornada