Vertaling van paz

Inhoud:

Spaans
Nederlands
paz [v] (la ~) {zn.}
vrede 
vree
Amor y paz.
Liefde en vrede.
Que descanse en paz.
Rust in vrede.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Déjame en paz.

Laat me met rust.

Amor y paz.

Liefde en vrede.

Que descanse en paz.

Rust in vrede.

Vivimos en paz.

We leven in vrede.

¡Que la paz sea contigo!

Vrede zij met u!

Toda la nación quiere paz.

De hele natie wil vrede.

Por favor, déjeme en paz.

Laat me alsjeblieft met rust.

Da una oportunidad a la paz.

Geef de vrede een kans.

Una rama de olivo simboliza la paz.

Een olijftak symboliseert vrede.

En los años 50, la Comunidad Europea del Carbón y del Acero es el primer paso de una unión económica y política de los países europeos para lograr una paz duradera.

Sinds 1950 verenigen Europese landen zich economisch en politiek in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal om te zorgen voor een blijvende vrede.