Vertaling van pedazo

Inhoud:

Spaans
Nederlands
pedazo [m] (el ~), trozo [m] (el ~), pieza [v] (la ~), parte [v] (la ~) {zn.}
stukje [o]
homp
brok [o]
eindje [o]
bonk  [m]
Guárdame un trozo de tarta, que tengo que irme.
Hou een stukje gebak voor me apart, ik moet weg.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Dame un pedazo de papel.

Geef mij een stuk papier.

El perro tenía un pedazo de carne en la boca.

De hond had een stuk vlees in zijn bek.


Gerelateerd aan pedazo

trozo - pieza - parte