Vertaling van pensar
Inhoud:
Spaans
Nederlands
pensar {ww.}
denken
No consigo pensar de otra forma.
Ik kan niet anders denken.
No puedo pensar en todo.
Ik kan niet aan alles denken.
Voorbeelden in zinsverband
Spaans
Nederlands
No puedo pensar en todo.
Ik kan niet aan alles denken.
No puedo pensar en nada.
Ik kan niks bedenken.
Siempre deberías pensar antes de hablar.
Ge moet altijd nadenken alvorens te spreken.
Tengo que pensar en mis hijos.
Ik moet aan mijn kinderen denken.
¿Tienes alguna razón para pensar eso?
Heb je een reden om dat te vinden?
No consigo pensar de otra forma.
Ik kan niet anders denken.
He aprendido a pensar como Tom.
Ik heb geleerd als Tom te denken.
¿Qué te hace pensar que estoy ocultando algo?
Wat brengt je bij de gedachte dat ik iets verberg?