Vertaling van personal

Inhoud:

Spaans
Nederlands
personal {bn.}
persoonlijk
personal [m] (el ~) {zn.}
personeel
propio, peculiar, personal {bn.}
eigen 


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

En mi personal punto de vista, su opinión es correcta.

Volgens mij heeft hij gelijk.

Portugal ha despenalizado la posesión personal de drogas.

Portugal heeft gedecriminaliseerd het persoonlijk bezit van drugs.


Gerelateerd aan personal

propio - peculiar