Vertaling van pescado
yo he pescado
tú has pescado
él/ella ha pescado
ik heb gevist
jij hebt gevist
hij/zij/het heeft gevist
» meer vervoegingen van vissen
Voorbeelden in zinsverband
Pescado, por favor.
Vis, alsjeblieft.
Me gusta el pescado.
Ik hou van vis.
El pescado sabía a salmón.
De vis smaakte naar zalm.
¿Qué tal pescado para cenar?
Wat vind je van vis voor het avondeten?
Prefiero el pescado a la carne.
Ik heb liever vis dan vlees.
Este pescado es barato, pero nutritivo.
Deze vis is goedkoop, maar voedzaam.
¿Alguna vez has comido pescado crudo?
Heeft u ooit rauwe vis gegeten?
Me gusta más la carne que el pescado.
Ik heb liever vlees dan vis.
El perro se comió al pescado con huesos, cola y todo.
De hond at de vis, beenderen, staart en alles.
A los gatos les gusta más el pescado que la carne.
Katten hebben liever vis dan vlees.