Vertaling van pila

Inhoud:

Spaans
Nederlands
pila [v] (la ~) {zn.}
element  [o]
cel [v]
acervo [m] (el ~), montón [m] (el ~), cúmulo [m] (el ~), pila [v] (la ~) {zn.}
hoop
troep
tas
stapel
schare
menigte 
massa
drom [m]
boel [m]
Compraste un montón de joyas.
Je hebt een hoop juwelen gekocht.
batería [v] (la ~), pila [v] (la ~) {zn.}
batterij  [v]
¡Batería baja!
De batterij is leeg!
Esta batería está cargada.
Deze batterij is geladen.
rimero, pila [v] (la ~) {zn.}
veem
entrepot [o]
opslagplaats
depot [o]


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

¿Cómo se pronuncia tu nombre de pila?

Hoe wordt je voornaam uitgesproken?

El reloj se detuvo. Necesita una pila nueva.

De klok staat stil. Hij heeft een nieuwe batterij nodig.


Gerelateerd aan pila

acervo - montón - cúmulo - batería - rimero