Vertaling van pizza
Inhoud:
Spaans
Nederlands
pizza {zn.}
pizza
Quiero comer pizza esta noche.
Ik wil vanavond pizza eten.
A mi padre le gusta mucho la pizza.
Mijn vader houdt erg van pizza.
Voorbeelden in zinsverband
Spaans
Nederlands
Quiero comer pizza esta noche.
Ik wil vanavond pizza eten.
A mi padre le gusta mucho la pizza.
Mijn vader houdt erg van pizza.
El repartidor de pizza aún no ha llegado.
De pizzabezorger is nog niet gekomen.
Después de seis meses en China, vas a ver que lamentarás no haber aceptado esa pizza antes de partir.
Na zes maanden in China zul je je realiseren dat je spijt hebt dat je die pizza niet hebt aangenomen voordat je vertrok.