Vertaling van pobre

Inhoud:

Spaans
Nederlands
pobre, magro, minúsculo, delgado, flaco, endeble {bn.}
pover 
schamel
sober
karig
pobre {bn.}
arm 
armelijk
armoedig 
pobre {bn.}
arm 
beklagenswaardig 
schamel
indigente, menesteroso, necesitado, pobre {bn.}
behoeftig
berooid 
nooddruftig


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

¿Y si soy pobre?

Wat, als ik arm ben?

Él es pobre pero honesto.

Hij is arm, maar eerlijk.

No me avergüenza ser pobre.

Ik schaam me er niet voor dat ik arm ben.

La pobre niña se quedó ciega.

Het arme meisje werd blind.

A pesar de ser pobre, era feliz.

Hoewel hij arm was, was hij gelukkig.

Este pobre gato casi se murió de hambre.

Deze arme kat is bijna gestorven van de honger.

La Madre Teresa empleó esa ayuda monetaria para ayudar a la gente pobre de la India y de todo el mundo.

Moeder Teresa gebruikte het prijzengeld voor haar werk in India en over de wereld.


Gerelateerd aan pobre

magro - minúsculo - delgado - flaco - endeble - indigente - menesteroso - necesitado