Vertaling van posesión


Spaans
Nederlands
posesión [v] (la ~) {zn.}
bezit  [o]
Portugal ha despenalizado la posesión personal de drogas.
Portugal heeft gedecriminaliseerd het persoonlijk bezit van drugs.
posesión [v] (la ~) {zn.}
bezit  [o]
vermogen
goed 
eigendom  [o]
bezitting [v]