Vertaling van pregunta
kwestie
él/ella pregunta
hij/zij/het vraagt
» meer vervoegingen van vragen
Voorbeelden in zinsverband
Buena pregunta.
Een goede vraag.
Tengo una pregunta.
Ik heb een vraag.
¿Puedo hacerte una pregunta?
Mag ik je iets vragen?
Comencemos por esa pregunta.
Laten we beginnen met die vraag.
¿Puedo hacer una pregunta?
Mag ik een vraag stellen?
No entiendo vuestra pregunta.
Ik begrijp uw vraag niet.
Tengo una pregunta.
Ik heb een vraag.
Responde a la pregunta.
Antwoord op de vraag.
Esta es la pregunta.
De vraag is dit.
Es una extraña pregunta.
Dat is een rare vraag.
Es una buena pregunta.
Goeie vraag.
No esquives mi pregunta.
Ontwijk mijn vraag niet.
Me gustaría hacer una pregunta.
Ik wil graag een vraag stellen.
¿Puedo hacerle una pregunta indiscreta?
Mag ik je een indiscrete vraag stellen?
Esta pregunta no es fácil.
Deze vraag is niet makkelijk.