Vertaling van quedarse

Inhoud:

Spaans
Nederlands
quedarse, permanecer {ww.}
blijven 
verblijven
toeven
resteren
resten
overblijven 
Es aburrido quedarse en casa.
Thuis blijven is saai.
Quedarse en casa es aburrido.
Het is saai om thuis te blijven.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Es aburrido quedarse en casa.

Thuis blijven is saai.

Quedarse en casa es aburrido.

Het is saai om thuis te blijven.

Quedarse en casa no es divertido.

Thuis blijven is niet leuk.

¿Tiene Tom que quedarse en casa hoy?

Moet Tom thuisblijven vandaag?

¿Tiene que quedarse hoy Tom en casa?

Moet Tom thuisblijven vandaag?

Tom quería quedarse en casa con María.

Tom wilde thuisblijven met Maria.

Mi padre suele quedarse dormido viendo la televisión.

Mijn vader valt vaak in slaap voor de TV.

En mi opinión, quedarse levantado hasta tarde es malo para la salud.

Volgens mij is laat opblijven slecht voor de gezondheid.

Cuando las dos jovencitas le dijeron a John que sentían algo por él, él no supo con cual de las dos debía quedarse.

Toen de twee meisjes aan John hun gevoelens kenbaar maakten, wist hij niet met welk meisje hij moest meegaan.

En lo que le alcanzaba el traje, la dependienta se dio cuenta de las manchas de sangre en su camisa, y no pudo evitar quedarse mirándolas, en estado de shock.

Terwijl ze het pak voor Dima haalde, merkte de verkoopster op dat hij bloedvlekken op zijn overhemd had, en kon er alleen maar geschokt naar staren.


Gerelateerd aan quedarse

permanecer