Vertaling van quitar

Inhoud:

Spaans
Nederlands
quitar, sacar {ww.}
uitdoen
uittrekken
uitkrijgen
afzetten 
afleggen 
afdoen
¿Me tengo que quitar los zapatos aquí?
Moet ik hier mijn schoenen uitdoen?
quitar, dejar caer {ww.}
opgeven
prijsgeven
afleggen 
restar, quitar {ww.}
wegnemen
rissen
ritsen
afhalen


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

¿Me tengo que quitar los zapatos aquí?

Moet ik hier mijn schoenen uitdoen?

No he podido quitar mis ojos de ti desde que he entrado en la habitación.

Vanaf het moment dat ik deze ruimte binnenkwam, heb ik mijn ogen niet van je af kunnen houden.


Gerelateerd aan quitar

sacar - dejar caer - restar