Vertaling van río

Inhoud:

Spaans
Nederlands
río [m] (el ~) {zn.}
rivier  [v]
stroom  [m]
¿Es esto un río?
Is dit een rivier?
Caminamos por el río.
We liepen langs de rivier.
reír {ww.}
lachen

yo río
él/ella rió

ik lach
hij/zij/het lachte
» meer vervoegingen van lachen

Eso me hizo reír.
Dat bracht me aan het lachen.
No podía parar de reír.
Ik kon niet stoppen met lachen.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

¿Es esto un río?

Is dit een rivier?

Caminamos por el río.

We liepen langs de rivier.

Fue a pescar al río.

Hij ging vissen in de rivier.

¿Cómo se llama este río?

Wat is de naam van deze rivier?

Vi un bote río arriba del puente.

Ik zag een boot stroomopwaarts van de brug.

Me gustaría nadar en este río.

Ik zou graag in deze rivier zwemmen.

Fui a pescar al río ayer.

Ik ben gisteren in de rivier gaan vissen.

Vamos a nadar en el río.

Laten we in de rivier zwemmen.

Es peligroso bañarse en este río.

Het is gevaarlijk om te baden in deze rivier.

Frente al parque hay un río precioso.

Tegenover het park is er een mooie rivier.

Ayer fui a nadar al río.

Gisteren ging ik in de rivier zwemmen.

¿Qué tan ancho es este río?

Hoe breed is deze rivier?

Yo crecí cerca de un río.

Ik ben opgegroeid in de buurt van een rivier.

Es peligroso nadar en ese río.

Het is gevaarlijk om in die rivier te zwemmen.

El camino va paralelo al río.

De weg loopt parallel aan de rivier.


Gerelateerd aan río

reír