Vertaling van raro
Inhoud:
Spaans
Nederlands
raro {bn.}
ongemeen
schaars
zeldzaam
schaars
zeldzaam
valioso, precioso, raro {bn.}
kostbaar
waardevol
waardevol
Voorbeelden in zinsverband
Spaans
Nederlands
Quiero decirte algo raro.
Ik wil jou iets raars vertellen.
Lo que ella dijo suena raro.
Wat ze zei klinkt raar.
A veces él puede ser un chico raro.
Soms kan hij een vreemde jongen zijn.