Vertaling van rasgo

Inhoud:

Spaans
Nederlands
rasgo [m] (el ~) {zn.}
trek
karaktertrek
gelaatstrek [m]
detalle [m] (el ~), aspecto, característica, pormenor, rasgo {zn.}
detail  [o]
aspect
item
bijzonderheid [v]
El piloto describió la escena en detalle.
De piloot beschreef de scène tot in detail.
rasgar, desgajar, arrancar {ww.}
scheuren 
rijten

yo rasgo
él/ella rasgó

ik scheur
hij/zij/het scheurde
» meer vervoegingen van scheuren



Gerelateerd aan rasgo

detalle - aspecto - característica - pormenor - rasgar - desgajar - arrancar